maandag 23 juni 2008

Dochter

Juni, Mondsee, Oostenrijk

Ze houdt me bezig, mijn dochter. Mijn gedachten cirkelen voortdurend om haar heen: hoe het met haar gaat, wat ze doet, wat ze voelt. Ik moet afstand nemen. Ze is geen zeventien meer, of achttien, toen ik meende het recht te hebben me met haar leven te bemoeien. Ze heeft toen haar leven in eigen hand genomen. Zo zal ze dat nu weer doen. Maar waar ze toen op Benno steunde, staat ze er nu alleen voor. Er gaat veel in haar om, verdriet om Benno, en twijfel over haar toekomst. Ze wint advies in bij anderen en zal ons op een gegeven ogenblik voor voldongen feiten stellen Dat is niet meer dan normaal. Ik wil haar troosten in haar verdriet, maar ze gaat haar eigen weg. Zo moet het ook. Ze is eindelijk volwassen. En hoe! In één klap. Ik moet haar laten gaan, zoals ik ook Marius heb moeten laten gaan. Hij bepaalt zijn eigen leven, al heel lang. Hij kan het. Zij kan het ook. Daar moet ik op vertrouwen.

‘ Berichtjes ontvangen. Alles is goed hier.’ Daar moet ik het mee doen.