donderdag 9 juni 2011

Streepjes

De zwarte mees wacht op de tak van de catalpa tot ik ben gaan zitten. Dan pas durft hij door het ronde gat zijn kinderen te bezoeken. Een paar maanden geleden heeft hij het gat groter gemaakt. Het was niet naar zijn zin. Hevig tikkend op de rand stootte hij er steeds stukjes hout af. De rand van het gat zag er in het begin gehavend uit, maar is nu glad en de opening is weer mooi rond. En als je goed luistert hoor je de kleintjes van de zwarte mees om eten schreeuwen. Pa komt weer naar buiten en dan is het de beurt aan ma mees. Ze vliegen af en aan. Wat zijn ze druk. Ik kan een glimlach niet onderdrukken. Alle nestkastjes in de tuin zitten vol jonge vogels. Het is een vruchtbaar voorjaar. Niet alleen in de vogelwereld. Ik zie de laatste tijd steeds meer dikke buiken en mijn ogen glijden over al die leuke babyspulletjes in de winkels, waar ik jarenlang niet naar om heb gekeken. Michelle is zwanger, Marius wordt vader. De blik in zijn ogen, blij, maar ook verschrikt, met iets erin van: wat heb ik nu gedaan? Ik zal dat moment niet gauw vergeten. Ze waren een paar dagen bij ons op ons vakantieadres. Michelle voelde zich niet zo lekker, had vermoedens dat er misschien iets aan de hand was.
‘Is hier ook een drogist?’
‘Vast wel. We komen er wel een tegen als we gaan wandelen.’
In het dorp was ze ineens in een winkel verdwenen, kwam even later te voorschijn met een arm van Marius om haar heen. Haar handen hield ze in haar jaszak geklemd.
We liepen door of er niets aan de hand was, of ze een flesje zonnebrandolie had gekocht in plaats van iets wat een grote verandering in haar leven aan kon geven. Het leek wel of we het moment uit wilden stellen, liepen verder naar de vissershaven, verder de duinen in en vandaar met een grote boog terug naar het appartement. Niemand had haast. Waren we bang? Wilden we het meisje een teleurstelling besparen? Of durfden we bijna niet te geloven dat het misschien werkelijk waar was? Er was iets vreemds in de sfeer tussen ons vieren. Er hing iets in de lucht wat we geen van allen wilden benoemen. We durfden het gewoon niet.
Michelle verdween. We rommelden met koffie, kopjes, iets erbij. Een kreet: ‘Ik…ik…ik geloof dat ik zwanger ben!’
‘Nee, hoe…wat..’
‘Kijk. Streepjes. Twee streepjes. Dat zijn toch twee streepjes?!’
Vier paar ogen bogen zich over het staafje, drie paar armen omklemden de schouders van Michelle en van elkaar. Dat moment begon een nieuwe fase in het leven van twee jonge mensen, in ons leven. Wat een wonderlijk toeval dat we dit geluk mee konden maken, dat we erbij betrokken werden. Twee streepjes zagen we, twee roze streepjes. Een klein mens trok zijn eerste streepje in de wereld.
De zwarte mezen vliegen af en aan. Nieuw leven, een heel druk leven.