donderdag 7 mei 2009

Contrapunt

Voor het eerst na lange tijd heb ik me weer ergens aan verbonden, heb ik gereageerd op een oproep: deel uitmaken van een nieuw op te richten leeskring. Het is verfrissend, want ik ken er nauwelijks iemand van.
De groep kwam voor de tweede keer bij elkaar. Iedereen had zich in het boek verdiept en het gesprek verliep plezierig met aandacht voor elkaar.
Contrapunt van Anna Enquist was door mij aangedragen en hield de gemoederen aardig bezig. Je leert elkaar al gauw wat beter kennen als het boek waar je over praat de meeste mensen na aan het hart ligt. Dat was niet bij iedereen zo, maar die verschillen leveren juist gespreksstof op.
Er was commentaar op de korte zinnen van Anna. Ze was te weinig emotioneel, vond iemand. En dat terwijl ik de emoties onder de woorden door voelde stromen. Sommige fragmenten had ik zelf geschreven kunnen hebben, zo bekend klonken de woorden, zo identiek was de beschreven gebeurtenis, het verlies van een kind.
Het was een fijne avond, zo helemaal ‘mijn ding’, het boek in de hand, de Goldbergvariaties van Bach op de achtergrond. Anton neemt het boek mee als we met vakantie gaan. De pianistische verhandelingen over de moeilijkheden bij het instuderen van die variaties zullen hem meer aanspreken dan mij.
Het boek heeft me de hele dag bezig gehouden, zindert nog steeds door mij heen, net als toen ik het voor het eerst las. Ik ben de tuin in gegaan. Bezig zijn, dat is het beste in zo’n geval. Het geratel van de buxusschaar weerklonk tot de batterijen leeg waren. Op dat moment dreigde mijn rug het ook te begeven en vroeg om rek- en strekoefeningen. Alles op zijn tijd. Op naar het volgende boek: Onafhankelijke mensen van Laxness, een schrijver uit IJsland. Nooit van gehoord. Hij heeft in 1955 de Nobelprijs voor literatuur gewonnen.

vrijdag 23 januari 2009

Sneeuw, kou en Obama

Het was die ochtend koud op de es. De honden leken zich er niets van aan te trekken, maar ik moest een aantal keren tegen mezelf zeggen: ‘Ga door, loop door, het is zo mooi, geniet ervan.’
Het was mooi, het was prachtig, de hagen, de bomen, alles bedekt met een witte laag bevroren mist. De lucht was strakblauw. Dat blauwe boven het bevroren landschap gaf het landschap iets sacraals, iets heiligs, alsof je het eigenlijk niet betreden mocht. Je zou bijna weer in het goddelijke gaan geloven. Ik volgde de sporen van voetstappen, die sporen kwamen me ook tegemoet. Ze waren vermoedelijk van de dominee, die zich hier elke dag komt opladen voor de dag die komen gaat.
Twee dagen kon het landschap die schoonheid vasthouden, toen was het voorbij en had alles wat takken had weer een grauwe kleur. De weilanden bleven nog een paar dagen langer wit, sneeuwwit.
Het is de bomen overkomen. Ze werden onbeweeglijk bevroren. Alles leek onwerkelijk, of ze nooit meer tot leven zouden komen. Je voelde de macht van de natuur, waar je niets tegen in te brengen hebt.
De kou, de sneeuw, de bevroren mist, de natuur liet het over zich heen komen, wij zetten de verwarming een graadje hoger.
Er zijn dingen die je overkomen, waar je niets tegen in te brengen hebt, sneeuw, ijs, kou, hitte, dood. Maar heel veel bepalen we zelf. We kunnen richting geven aan ons eigen leven. Maar het loopt niet altijd zoals we ons voorgesteld hebben. Noem het je ‘lot’ als alles anders is dan je gedacht had. Je ‘lot’ is ook afhankelijk van factoren die je niet in de hand hebt, van mensen die je ontmoet, of juist niet ontmoet, dingen die je overkomen of juist niet overkomen.
Het kost moeite om weer overeind te komen als het lot je geslagen heeft. Maar als het dan lukt, als je weer om je heen kunt kijken, dan besef je des te meer dat het leven ondanks alles de moeite waard is. Maar je moet het zelf doen, je kunt niet achterover leunen.
Obama zei in een van zijn redes: Het lot wordt niet voor ons geschreven, maar door ons. Dat is maar gedeeltelijk waar.

donderdag 1 januari 2009

Doorgaan

Bij een geluidloos tv-scherm wachtten we in de loveseat op de komst van het nieuwe jaar. We voelden ons allebei onzeker, hielden elkaar vast alsof we zeggen wilden: ik ben bang, maar ik wil niet bang zijn en ik heb je nodig om door te gaan.


Een jaar geleden hadden we er geen idee van wat ons te wachten zou staan. Nu weten we dat evenmin. Het enige wat we helemaal zeker weten is dat we nog meer met elkaar verbonden zijn dan we ooit waren. En verder is alles anders. We zullen ons er altijd van bewust zijn dat Antons hart kwetsbaar is, maar we zullen het niet noemen, het alleen laten blijken in kleine dingen, kleine voorzorgen. Ons leven is rustiger, maar dat is natuurlijk relatief. Als ik denk aan de voorbije kerstdagen dan voel ik weer onze emotie hoewel we ons best deden de kinderen er niet mee lastig te vallen. Ze waren er allebei, Mieke en Marius, allebei met hun partners. Aan het eind van dat moeilijke jaar 2008 was dat iets heel bijzonders.


Ik heb de laatste maanden niet meer over Mieke geschreven. Wat haar in die tijd overkwam was zo persoonlijk en teer, dat ik daar bijna geen woorden voor had, alleen nog afwachten kon hoe het zou aflopen. Ze was door Hans, een goed vriend van Benno en haarzelf, in contact gebracht met Max. Ik vond het veel te vroeg en zei dat ook. Maar Hans hield vol dat het goed was en ik had niets meer in te brengen. In die maanden zagen we Mieke veranderen van een mat, lusteloos meisje in een stralende, zelfbewuste jonge vrouw, die weer toekomst ziet. Deze vriendschap doet haar goed en we wachten af hoe het verder gaat. Ze heeft haar leven weer in eigen hand genomen, heeft werk gevonden dat haar ligt en we maken ons geen zorgen meer. Met dank aan Hans.

Ik was voorzichtig, durfde bijna niet te geloven dat een nieuwe toekomst gloorde. Alleen aan heel goede vrienden vertelde ik over Mieke's nieuwe partner. Ik vreesde ongezouten kritiek, dat het veel te snel was, of dat het verdriet nogal snel voorbij was. Een goede vriendin hielp me daar overheen met de woorden: 'Dat kan heel goed naast elkaar bestaan'. Hoe dankbaar was ik haar om die woorden, want ik wist dat ze uit ervaring sprak en dan zeggen woorden zoveel meer.


In deze zelfde periode ontmoette Marius zijn Michelle en kwam haar heel snel voorstellen. Dat was bijzonder, want nooit eerder nam hij een vriendin mee naar huis. En zo werd ons huis met kerst het centrum van liefde en ontmoeting. Marius kwam de keuken in waar ik iets aan het klaarmaken was, sloeg een arm om mijn schouder en gaf me een zoen. 'Fijn hé mam!' zei hij lachend. Ik werd helemaal warm van binnen en keek hem vochtig aan. 'Het is geweldig allemaal.'was alles wat ik kon uitbrengen. En aan tafel zat Anton aan het ene uiteinde en ik aan het andere. Tussen ons in zaten twee verliefde stellen. Het was ongelooflijk waar.


De laatste uren van 2008 hielden Mieke en Max ons gezelschap om een uur voor het geweld los zou barsten naar zijn ouders te vertrekken. Hoe normaal allemaal. En wij vonden elkaar terug in de loveseat met het beeld van twee gelukkige jonge mensen op ons netvlies. De veerkracht van Mieke heeft zijn weerslag op ons. We gaan door.