zondag 27 juni 2010

Leesclub

Ruim een jaar geleden werd ik met enige aarzeling lid van een leesclub. Zou ik me niet te veel binden? Ik was juist zo blij helemaal ongebonden te zijn.
De deelnemers kenden elkaar niet of nauwelijks. Een schuchtere verkenning wie wie was gaf die eerste keer nog niet zo heel veel helderheid. Ik besloot het erop te wagen.
De bijeenkomsten waren plezierig, verfrissend. Er kwam veel buitenlandse literatuur op tafel: Laxness, Nabokov, Julia Franck, Julie Zeh. Als Neerlandica had ik me steeds verre gehouden van al wat buitenlands was. Nu ging een wereldzee van boeken voor me open. Alleen als ik zelf aan de beurt was stelde ik om de balans nog enigszins in evenwicht te houden voor een Nederlands boek onder de loep te nemen. Ik heb nog nooit zoveel gelezen als de afgelopen anderhalf jaar, behalve dan in mijn studietijd.

Het was bijna zomer.De laatste keer voor de zomervakantie moest een bijzondere bijeenkomst zijn. Er werd een voorstel op tafel gelegd: ' Iedereen kiest twee gedichten uit en neemt een paar hapjes mee. En dan beginnen we om zes uur in plaats van om half acht.'
Er werd nog even geprotesteerd: ' Ik heb helemaal niks met gedichten.'
'Moeilijk hoor,' zei een ander. Maar het ging door. De locatie? De beurt was aan mij.
Eind juni, prachtig weer. We konden buiten zitten. Anton verdween met een hapje van de vorige dag naar zijn muziekkamer.
Er kwamen allerlei lekkernijen op tafel, nu de gedichten nog. Wie vatte moed om te beginnen? Gedichten lezen is toch echt iets heel anders dan een boek bespreken. Een door jou uitgekozen gedicht heeft ook iets van jouzelf in zich. Je geeft jezelf in zekere zin enigszins prijs. Dichtregels kunnen emoties oproepen, emoties waar je niet op voorbereid bent, emoties die van het ene op het andere moment naar boven komen.
Het eerste gedicht was meteen raak: een zelfgemaakt gedicht, en nog een. De barriere was verdwenen. Een paar anderen volgden met gedichten uit bekende bundels, maar voegden daar ook een zelfgemaakt gedicht aan toe. De verrassing was groot. Niemand wist van elkaar dat men ook zelf wel eens een poging deed deed tot dichten. Het leidde tot ontboezemingen, vertrouwelijkheden zoals we die tot nu toe niet gekend hadden binnen de groep. Ik voelde dat ik in deze sfeer zelf ook mijn gedicht naar voren kon brengen al was ik het niet van plan geweest. Het paste bij alles wat besproken werd, over een jaar waarschijnlijk niet meer. Ik heb niet veel zelfgeschreven gedichten, hou me meer bezig met proza. Mijn gedicht is voortgekomen uit een opdracht bij een schrijfcursus, die ik twee jaar geleden volgde. ' Schrijf een gedicht waarin je producten uit de supermarkt verwerkt.'
Het gedicht staat in een mooi cahier, ooit gekregen van Marius; zo een met blanco bladzijden, een boekje om te koesteren, een boekje waarin je zo netjes mogelijk wilt schrijven, waarin je geen fouten wilt maken, waarin je niet wilt krassen.
Ik haalde het op uit mijn kamer en las het voor. En terwijl ik las wist ik:'De tijd is verder gegaan. Alles is nu anders. Als ik nu die opdracht zou krijgen zou er iets heel anders op papier komen te staan. Tijd heelt niet alle wonden, maar tijd dekt ze wel toe. Mijn gedicht kan de wereld in.


Dochter van mij

Bakken vol kleuren
die je kunt eten.
Al dagen geen honger
Een lijst boodschappen
Voor mezelf en voor haar
Sla dan maar.

Een krop at hij alleen
Dat was
Voordat hij......
Ze houdt van vis,
Hij at alleen wat in de wei gelopen had.
Zalm dan maar.

Bier, dat was toen.
Thee, en veel koffie.
Eindeloze rij
Ze komen voor hem
Maar vinden hem niet meer.
Koffie dan maar.

Blijf scherp! Een kreet.
Daar koop je wat voor!
Wat kan het schelen,
Alleen is alleen.
Als ik weer weg ben,
Bami dan maar.

Vakantietip! Briketten.
Golden Flame!
Voorlopig niet.
Het vuur is dood.
Haar leven dof,
Sapje dan maar.

IJskoud de goedkoopste!
Alles is koud,
Bevroren van binnen,
Niet warm te krijgen.
Hoe te ontdooien?
Soepje dan maar.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten