dinsdag 29 januari 2008

De tweede opvolger

's Avonds laat ging de telefoon. Het was Arthur, de beoogde opvolger van Theo. Er volgde een lang gesprek, waarin ik hem eerlijk uit de doeken deed wat het museumwerk als voorzitter allemaal inhoudt. Hij vroeg mijn steun tot hij er helemaal vertrouwd mee zal zijn. Die steun houdt in dat ik voorlopig ook weer bestuursvergaderingen van het museum bijwoon. Ik heb toegestemd omdat ik aanvoelde dat hij wel eens zou kunnen weigeren. En het museum heeft een voorzitter nodig, zeker nu de herinrichting voorbereid moet worden. Blij was ik niet. Ik denk overigens dat Arthur alles binnen de kortste keren onder de knie heeft. Hij komt uit de zakenwereld, heeft met veel succes een bedrijf geleid. Hij zal ook het museum gaan leiden alsof het een bedrijf is. En zo moet het ook. Ik zal dus niet zo heel lang als adviseur ingeschakeld zijn, denk ik. Het hoort er gewoon bij en heeft alles te maken met een goede overdracht van de taken van een voorzitter.
Arthur kreeg veel informatie, niet alleen van mij, ook van de bestuursleden. Hij las zich zeer snel in en weer rinkelde bij mij thuis de telefoon. Het werd een lang gesprek, waarvan ik onthutst achterbleef. Hij ventileerde alle ideeën, waarvoor ik al die jaren dat ik voorzitter was gevochten heb; alle ideeën, die ik diep in mij begraven had en die ik niet waar had kunnen maken. We maakten een afspraak in het museum, want hij wilde nog veel meer weten. In het kleine kantoor spraken we over alle mogelijkheden, mijn ervaringen met bepaalde zaken. Medewerkers lopen in en uit, als je daar een gesprek hebt. Dat is nu eenmaal zo, een andere plek is er niet. Terughoudendheid is er ook niet, men loopt gewoon binnen. De situatie gaf mij een ongemakkelijk gevoel. Mijn andere ik zei me gewoon mezelf te blijven en dat lukte. Toen ik Arthur rondleidde door het museum kwam nog heel veel aan bod.
Arthur wil mijn vroegere plannen weer oppakken. Alles staat in het door mij geschreven beleidsplan. De herinrichting in het huidige pand, hoe mooi ook, is de meest slechte optie. Het museum heeft alleen toekomst als het over veel meer ruimte kan beschikken. Wie weet, krijgt Arthur voor elkaar, wat mij niet gelukt is. Hij heeft veel meer contacten, kent de nieuwe burgemeester goed. Hij zal me snel niet meer nodig hebben, alleen nog voor inhoudelijke zaken. Petje af, als hij de uitbreiding voor elkaar krijgt. Zijn eerste zorg is nu om het bestuur ervan te overtuigen, dat dat opnieuw geprobeerd moet worden. Ik voel nu duidelijk, dat ik aan de zijlijn sta. En dat is een goed gevoel. Vanmorgen kwam ik krantenartikelen tegen uit de periode van mijn voorzitterschap. Ze bevestigden, wat ik allang wist, dat ik al die jaren een gevecht geleverd heb. Dat gevecht wil ik niet opnieuw aangaan. Mijn energie gaat voortaan naar andere dingen.
Gisteren kwam weer een teleurstellend bericht binnen van een mogelijke sponsor. Er ligt veel werk te wachten voor Arthur.
En ik: ik ga morgen met Mieke de stad in. Anton past op ons loopse teefje en onze hitsige ex-reu.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten